Kwetsbaarheid vs. Reputatie

Kwetsbaarheid vs. Reputatie

In Delft is er een nieuwe groep die veel besproken wordt. We noemen hen voor het gemak even de “fatbikebende”. Het is een variërend groepje van 12-14 jarigen. Je hoort ze vaak al van ver aankomen. Tuut, tuututuuuuut. De toeter klinkt ergens vriendelijk, maar trilt ook irritant door. Veel van hen beseffen niet dat het heel irritant is voor buurtbewoners. Of vergeten dat gewoon. Het tienerbrein is volop in ontwikkeling en nog niet geheel toerekeningsvatbaar.

Ook oudere jongeren irriteren zich aan deze groep. Ze schelden hen uit, offline en online. De groep jongens wordt gezien als het laagste van het laagste. ‘Je voelt je groot op je fatbike, maar naast je fiets ben je een klein kind.’  Toch dreigt iedereen precies dat te vergeten. Dat het nog maar kinderen zijn.

Op maandagavond komen ze soms in The Mall. Ik vraag hen: ‘Hoe denken jullie dat er naar jullie groep gekeken wordt? En wat vind je daarvan?’ Ze laten gelijk een filmpje zien op Tiktok. Een voor een sjezen de fatbikes voorbij. ‘Ja, maar moet u de reacties zien.’ Zegt een van de jongens beleefd. Daarin staan scheldwoorden en verwensingen van de ergste soort.

‘Wat doet dat met jullie?’ vraag ik. ‘Ik hoor niet bij die groep.’ Reageren veel van hen. Ik vraag me af waarom ze dit zeggen. We zien ze regelmatig samen hangen, als één groep. Iedere tiener wil bij een groep horen. Waarom ontkennen ze dan dat dit hun groep is?

Het roept een spanning op die vaak terugkomt in het jongerenwerk. Een botsing van twee werelden. De wereld van de straat en de wereld van de maatschappij. Op werk en school wordt een bepaalde mate van openheid en kwetsbaarheid erg gewaardeerd. Als je durft te zeggen wat je vindt, wat iets met je doet, wat je raakt, dan wordt dat aangemoedigd. Natuurlijk leg je niet je hele ziel en zaligheid op tafel, maar men verwacht wel van je dat je echt bent en jezelf bent.

Jongeren die grootgebracht worden in de straatcultuur kunnen niet kwetsbaar zijn. Als je laat zien wat je vindt, wat iets met je doet, of wat je raakt, kan je daar zomaar op gepakt worden. De ander is meestal niet te vertrouwen met die informatie. Het draait veel meer om je reputatie. Dat je laat zien dat je niet te raken bent, dat je sterk bent, en terug kan bijten. Dat wordt aangemoedigd. Ieder spel moet gewonnen worden en als je het niet wint, moet je het spel saboteren om voor jezelf een eervolle aftocht in te zetten.

Dit geldt ook voor deze jonge groep tieners. Zij horen bij de fatbikebende. Ze weten dat heel goed en willen het misschien stiekem ook. Ze willen alleen niet gezien worden als een stel kleuters die zich koningen wanen op hun zwarte elektrische paarden. Dus ontkennen ze het tegenover iedereen die het hen vraagt om hun reputatie in ere te houden. Zelfs als het overduidelijk is voor iedereen dat zij daarbij horen. Fake it ‘till you make it.

Het oogt soms zo absurd en vreemd. Het helpt me om God hulp te vragen. Ik besef me dan telkens weer dat God het vreemde opzoekt. Hij die in Jezus mens is geworden. Dat is absurd en vreemd. Hij brak het brood met vreemden en verschoppelingen. En Hij brak uiteindelijk zichzelf voor die vreemden en verschoppelingen.

Hij zei: ‘Laat de kinderen tot mij komen.’ Zal ik dat vandaag dan ook doen, ook al komen ze met een irritant toetertje aan gesjeesd op hun fatbikes?